Overslaan naar inhoud

Roodborstje

Steeds vaker hoor en lees ik nare verhalen van collega’s over het gebrek aan respect voor de rouwstoet tegenwoordig. Dat gaat van het afsnijden van de rouwauto door ongeduldige automobilisten, getoeter van ongeduld, fietsers die snel tussendoor glippen tot zelfs het gooien van vuurwerk naar de rouwstoet. Gelukkig zie ik in ons 'werkgebied' maar zelden respectloos gedrag ten opzichte van rouwstoeten. Misschien omdat dat wij hier nog heel vaak met een lopende stoet vanaf huis vertrekken. Op rotondes en kruispunten wordt netjes gewacht tot de volledige stoet voorbij is, fietsers stappen af en soms worden zelfs plechtig hoeden en petten in de hand genomen als teken van respect. Een prachtige traditie die je helaas in de rest van Nederland steeds minder tegenkomt. Want wat is het mooi als de hele familie met vrienden en kennissen de overledene gezamenlijk naar de laatste rustplaats brengt. Soms zie je tijdens de stoet ook ontroerende stukjes eerbetoon in de vorm van erehagen door leden van een fietsclub, voetbalclub of schaatsvereniging. Maar verder is er tijdens de tocht voornamelijk even tijd voor wat gemijmer en een stukje bezinning want doorgaans is het niet gebruikelijk dat er tijdens de tocht veel wordt gesproken.


Toch bewaar ik een van de mooiste herinneringen aan een tocht die niet zo stil verliep. Op een zonnige lentedag brachten we een hele lieve oma met een lopende stoet naar de begraafplaats. Oma’s kist, met felgekleurde bloemen beschilderd, stond op de loopkoets die werd voortgeduwd door enkele familieleden. Ik liep samen met de pastoor plechtig voor op in de stoet toen ik plotseling een klein kinderhandje in mijn hand voelde. “Sylvia, mag ik ook hier lopen?” vroeg de kleinzoon. De pastoor en ik knikten vriendelijk en al snel begon het kleine mannetje gezellig tegen ons aan te kletsen. Over hoe hij met zijn mama de kist zo mooi had beschilderd. Over zijn lieve oma die nu vast in de hemel was en over hoe ver het nog lopen was want zijn voeten deden zo zeer.


Zijn oma hield ook veel van wandelen, zo ratelde hij maar door. “En als ik met oma wandelde, zongen we altijd liedjes. De mooiste vind ik dat liedje over dat roodborstje” zei de kleinzoon op vragende toon waarbij hij ons om beurten aankeek. De pastoor zette het liedje zachtjes in: “Roodborstje tikt tegen ‘t raam, tik, tik, tik. Laat mij er in, laat mij er in.” Helaas komt het woord 'zachtjes' in de vocabulaire van vijfjarigen niet voor en de kleine man zong het lied uit volle borst mee. “Laat mij er in, laat mij er in.” klonk het door de stille straten. Enkele voorbijgangers bleven verbaasd langs de kant van de weg staan kijken. Bezorgd wierp ik even een blik over mijn schouder naar de rest van de stoet want zingen in een rouwstoet behoort nou bepaald niet tot het uitvaartprotocol. Maar ik had mij voor niets zorgen gemaakt. De hele stoet liep massaal snotterend naar zakdoekjes te grabbelen en traantjes weg te pinken. Kennelijk allemaal op de hoogte van oma’s muzikale wandelgewoonte.

in 2020
Aanmelden om een reactie achter te laten
Niet samen maar toch samen